De afgelopen 30 jaar zijn fabrikanten van consumentengoederen druk doende geweest om hun productiefaciliteiten over te hevelen naar de zogeheten Opkomende Markten. De lonen lagen daar laag, de beroepsbevolking was redelijk geschoold en de transportkosten waren laag. Bovendien groeide er in veel van die landen een grote, kapitaalkrachtige middenklasse die graag westerse consumptieartikelen kochten.
Sinds een paar jaar lijkt er echter een voorzichtige ommekeer gaande. Bedrijven beginnen mondjesmaat productiefaciliteiten terug te brengen naar Europa en de Verenigde Staten. De Opkomende Markten blijken toch minder het verhoopte paradijs als verwacht. Ook daar stijgen de lonen! Bovendien laat de kwaliteit van veel spulletjes zwaar te wensen over en is sturing op afstand toch minder gemakkelijk dan verondersteld. En tenslotte reiken snelle ontwikkelingen op het gebied van de robotisering de producenten de helpende hand. Daardoor zijn minder mensen nodig en kunnen de productiekosten omlaag.
Het prominente Duitse bedrijf Adidas bestudeert op dit moment de mogelijkheden om een deel van de productie van zijn loopschoenen terug te brengen naar Duitsland. Het bedrijf heeft in Beieren een proefproject opgestart met twee productielijnen waarop de schoen vervaardigd kan worden. Het hele productieproces van een schoen door robots kost ruwweg vijf uur, terwijl dat in Azië al vlug enkele weken kost. Dat is vooral te wijten aan de Aziatische supply chain.
In de Beierse proeffabriek wordt de rol van de mens ingeperkt. Er komen in Beieren hooguit 160 mensen te werken. Het voordeel van een robotgeleide fabriek moet immers zo goed mogelijk benut worden en dat grote voordeel heet efficiency. Adidas hoopt zo over drie à vijf jaren 1 miljoen loopschoenen in Beieren te kunnen produceren. Pas dan kan uitgerekend worden hoe groot de winst is ten opzichte van de bestaande productiesystemen in Azië. Volgens de Boston Consultancy Group kan de winst wel eens hoog gaan uitvallen. Door de inzet van hoogwaardige robots kan in 2025 de productie in veel industrieën al 30% hoger liggen dan nu het geval is. Dankzij die forse productiviteitsstijging kunnen volgens de consultants de totale arbeidskosten in landen als de VS en Duitsland met 18% omlaag.
Dergelijke cijfers moeten Adidas als muziek in de oren klinken. Dat zou betekenen dat de marges bij het bedrijf omhoog kunnen en dat is beslist geen overbodige luxe. Over 2015 kwam de operationele marge bij Adidas uit op 6,5%, maar bij concurrent Nike komt diezelfde marge uit op 13,9%. Er moet dus nog veel huiswerk gedaan worden door de Duitsers.
Een onmiskenbaar voordeel van het vestigen van het gehele productieproces op één plaats is, dat de supply chain korter en eenvoudiger wordt. Logistieke kosten en kosten voor opslag gaan omlaag. Het stelt Adidas ook in staat om sneller te reageren op veranderingen in de markt. De markt voor loopschoenen is erg trend- en modegevoelig. Door de productie tot één plaats te beperken kan Adidas beter inspelen op de steeds individuelere wensen van de consument. Door sneller en efficiënter in te spelen op de wensen van de klant verkleint Adidas ook de noodzaak om ‘verouderde modellen’ met grote kortingen te moeten verkopen. Ook dat komt de marge ten goede.
Voorlopig is het bovenstaande nog grotendeels toekomstmuziek. Zoals gezegd gaat de fabriek in Beieren de komende jaren 1 miljoen schoenen produceren. Dat is een onbeduidend aantal op een totaal van 300 miljoen schoenen die in 2015 geproduceerd werden. Het is niet veel, maar het is ook maar een begin. Bij Adidas nemen ze de Duitse automobielindustrie als voorbeeld. Daar is automatisering en robotisering al veel verder gevorderd. Het wereldwijde succes van de Duitse auto valt moeilijk te ontkennen!
Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.