Het waren moeilijke jaren voor de bouwers van zware machines als graafmachines, bulldozers en vrachtwagens. In 2011 zakte de vraag naar dit soort machines in, omdat de weg- en wegenbouw in de welvarende landen inzakte als gevolg van de financiële crisis. Tegelijkertijd zakte ook de economische dynamiek in opkomende markten als China in. Machinebouwers als Caterpillar, Komatsu en Volvo zagen hun verkopen inzakken. Het werd nog erger, toen in de jaren 2014/2015 ook nog eens de Commodity Super Cycle hortend tot stilstand kwam.
Na jaren van malheur lijkt het ergste leed geleden. De Chinese overheid heeft besloten dat de investeringen in de infrastructuur omhoog moeten om het gevaar van economische afkoeling te bezweren. De hoop is niet ten onrechte dat elders in de wereld landen het goede voorbeeld van China gaan volgen. Van president Trump is bekend dat hij plannen heeft om de infrastructuur van zijn land naar de 21ste eeuw te brengen. Hetzelfde geldt voor een land als Duitsland. , waar de infrastructuur ook een grondige opknapbeurt kan gebruiken.
Het is derhalve logisch dat het optimisme voorzichtig in dit segment van de economie is teruggekeerd. Sommige bedrijven claimen zelfs dat de eerste contouren van herstel al zichtbaar zijn. De cijfers lijken deze claim te ondersteunen. Het afgelopen jaar was het eerste jaar dat wereldwijd de verkopen weer stegen, zij het met een magere 1%. In het lopende jaar moeten de verkopen met 9% stijgen. Daarmee zou de weg naar boven definitief ingeslagen zijn. In eerste instantie krijgt het herstel in de vraag vooral vorm door de vervanging van het huidige wagenpark. Dat is sinds 2011 niet meer vernieuwd en is dus hard aan verandering en modernisering toe.
Niettegenstaande het voorzichtig herstel is het segment nog ver verwijderd van zijn eerdere bloei. Met een omzet van ruim $ 70 miljard in 2016 is de industrie nog ruim 30% kleiner dan in zijn topjaren. De cijfers bij markleider Caterpillar zijn wat dat betreft illustratief. In 2016 was de divisie zware machines $ 15,7 miljard groot, maar dat is maar liefst 20% minder dan in 2011. Zoals gezegd speelt China een sleutelrol in deze industrie. In 2011 kwamen vier van elke tien verkochte zware machines in dat land terecht. Die boom hield op toen de Chinese overheid een streep zette door zijn stimuleringsprogramma’s. De Chinese markt kromp daarop met maar liefst 75%. Nu gebeurt het omgekeerde. Er komen weer stimuleringsplannen en het optimisme is weer terug, zij het dat het nooit meer wordt zoals in de jaren tot 2011. Gelukkig heeft ook de Indiase overheid vergevorderde plannen voor de Indiase infrastructuur. Er is al een bedrag van $ 60 miljard gereserveerd. Een gelukkige omstandigheid is ook dat het segment uit zelfbehoud stevig gereorganiseerd en gerationaliseerd heeft. Bij Caterpillar zijn sinds 2012 maar liefst 30.000 banen weggesneden. Het heeft de onderhandelingspositie van de bedrijven versterkt.
Natuurlijk is nog lang niet alles koek en ei. Verkiezingsuitslagen kunnen het Europese beeld verduisteren, terwijl Latijns Amerika problemen heeft om de recessie definitief van zich af te schudden. De industrie is gelukkig doordrongen van deze en andere grote onzekerheden. Bij Caterpillar. Voorzichtigheid is vooralsnog troef zodat bedrijven zich geen buil kunnen vallen aan ongefundeerd optimisme. Dat is een veilige zekerheid voor beleggers.
Disclaimer: Bovenstaand artikel is geen professioneel beleggingsadvies en het is ook geen uitnodiging om te gaan beleggen. Beleggen brengt kosten en risico’s met zich mee. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Het artikel is louter de persoonlijke mening van de auteur.