Het gaat langzaam bergafwaarts met de Australische economie. Het land was jarenlang de belangrijkste leverancier van ijzererts en steenkool aan China. Maar ook met China gaat het minder. Een van de gevolgen van de economische malaise is dat de Australische dollar snel aan waarde inboet. Volgens de bankiers van Credit Suisse is een tuimeling naar $ 0,72 in de loop van dit jaar heel wel mogelijk!
Jarenlang leek het erop alsof Australië immuun was voor de financiële crisis die grote delen van de wereld al sinds 2008 teistert. Maar het heeft er alle schijn van, dat het geluk zich van de Aussies heeft afgekeerd. Al sinds 2013 is het geleidelijk minder gegaan met de economie. In 2014 zal die met ongeveer 2,5% groeien. Alle lidstaten van de eurozone zouden onmiddellijk tekenen voor dit groeipercentage, maar voor Australië is dat onder het gemiddelde. De groei moet hoger, al was het maar om de jaarlijkse toevloed van pakweg 200 000 immigranten netjes te verwerken.
De groeivertraging gecombineerd met de afnemende export van commodities naar China heeft voor druk op de Australische dollar gezorgd. Sinds het midden van 2014 heeft die munt bijna 20% ingeleverd ten opzichte de dollar. Het februaribesluit van de Reserve Bank of Australia (RBA) om de rente te verlagen naar 2,25% zorgde ervoor, dat de munt heel even het niveau van $ 0,76 aantikte. Dat was het laagste niveau in meer dan vijf jaar. De bedoeling van het rentebesluit is uiteraard om de economie een impuls te geven. Maar of de laatste renteverlaging voldoende zal zijn, is voor velen nog maar de vraag.
Glenn Stevens, de huidige centrale bankier, hoopt door de renteverlaging de economie in het land meer in balans te krijgen. Het land leunt volgens hem veel te zwaar op de export van commodities naar China en op investeringen in de mijnbouw. Hij zou graag zien, dat bijvoorbeeld de dienstensector wat meer en wat sneller gaat groeien. Hoewel er duidelijk aanwijzingen zijn dat de transitie op gang komt, gaat het veel te langzaam. Ook dat is grotendeels toe te schrijven aan de alsmaar dalende prijzen voor commodities.
Een lagere munt moet zich volgens de theorie vertalen in een verbetering van de exportpositie. Dat is ook wel zo, maar ook hier blijft het resultaat achter bij de verwachtingen. De Aussie verliest wel terrein ten opzichte van de Amerikaanse dollar, maar niet of veel te weinig ten opzichte van de euro of van de yen. Centrale bankiers in Japan en Europa zijn immers ook druk doende de waarde van hun lokale munten omlaag te duwen. Daar komt nog bij, dat een verdere renteverlaging niet zonder risico’s is. De huizenprijzen hebben nu al de neiging de lucht in te schieten. In een stad als Sydney is de gemiddelde prijs met 13% gedaald. Een verdere renteverlaging maakt het risico op een huizenbubbel alleen maar groter.
De consument is door die hogere huizenprijs ook al niet optimistischer geworden. Hij is ervan doordrongen geraakt dat de rente op zijn hypotheek niet alleen afhankelijk is van de bank maar ook van d stemming op de internationale geld- en valutamarkten. Dat maakt hem/haar bepaald niet geruster. Het gebrek aan politieke stabiliteit en een stijgende werkloosheid boezemen evenmin veel vertrouwen in.
Welbeschouwd staan er voor de Australische economie en de Aussie meer lichten op rood en oranje dan op groen. De groeivertraging zal nog wel enkele jaren aanhouden! Daar lijkt de markt van overtuigd. Een van de uitkomsten zal ongetwijfeld zijn, dat beleggers de Aussie links zullen laten liggen, waardoor een verdere waardedaling in het verschiet ligt. Volgens de bankiers van Credit Suisse kan de munt nog dit jaar dalen naar een waarde van $ 0,72! Voor beleggers met een meer dan gemiddelde belangstelling voor trends op de valutamarkten is dit een uitgelezen kans om zijn slag te slaan!