Zoals het er nu naar uitziet, gaan Europa en het Verenigd Koninkrijk scheiden. De Brexit is een feit en het is nu wachten op de scheidingspapieren. Die zullen waarschijnlijk nog een tijdje op zich laten wachten. Dat betekent dat Europa nog lang te kampen zal hebben met problemen, veroorzaakt door de Brexit.
Als de dag na het referendum een voorafschaduwing is van wat nog staat te gebeuren, dan gaat de euro moeilijke tijden tegemoet. Natuurlijk was de tuimeling van het Britse pond met meer dan 11% de blikvanger van die vrijdag. Maar vergeten wordt mischien dat in het kielzog van het pond ook de euro bijna 5% aan waarde inboette. Het zou dus zomaar kunnen zijn dat bij een vechtscheiding niet alleen het pond onder druk blijft maar ook de euro. Voor het Britse pond voorziet de markt een daling naar $ 1,20 - $ 1,25. Voor de euro begint her en der het verhaal van pariteit te maken. Dat is misschien wat overdreven maar sommige vrezen met grote vreze een daling naar $ 1,05 - $ 1,08.
Met andere woorden, door de Brexit heeft de euro zijn status als veilige haven verloren. En dan te bedenken dat de euro de afgelopen jaren enkele crises heeft overleefd en de eurozone een groot overschot op de betalingsbalans heeft. Dat zou toch moeten betekenen dat er geen vuiltje aan de lucht is. Het is ook een feit, dat het Verenigd Koninkrijk geen lid was van de eurozone maar slechts van de EU. Ten slotte spelen er op korte termijn geen gevoelige thema’s. Er speelt bijvoorbeeld niet de dreiging van nog een referendum.
Desondanks heeft de Brexit een gevoelige snaar geraakt. Het wekt bij beleggers de vrees dat de Europese Unie te nadrukkelijk gedonineerd gaat worden door de as Berlijn – Parijs. Het Verenigd Koninkrijk vervulde de nuttige functie van tegenwicht tegen dit dreigende overwicht. Het valt evenmin moeilijk te ontkennen dat het broeit in Europa. De Brexit zal de sluimerende onlustgevoelens alleen maar versterken, zoveel lijkt zeker.
Wat dat betreft ziet de toekomst van de eurozone er niet erg florissant uit. In Spanje dreigt langdurige poltieke stagnatie en in Italie neemt de politieke onrust met de dag toe. In het najaar is er immers een referendum over de belangrijke hervormingen in dit land. En zo zijn er meer problemen die waarschijnlijk niet weg zullen gaan op korte termijn. Wat te denken bijvoorbeeld van de groeiende machtsbasis van mevrouw Le Pen in Frankrijk? Die is nu zo groot dat Francois Hollande haar niet langer kan negeren.
Het huidige tumult op de financiele markten kent nog een aspect. Het Britse pond functioneert in de huidige omstandigheden in het Verenigd Koninkrijk als een veiligheidsklep. Op het vasteland bestaat die mogelijkheid niet. Lokale markten kunnen niet profiteren van een munt die tijdelijk aan waarde inboet. Zo kon het gebeuren, dat diverse aandelenindices op het continent een stevigere val moesten incasseren dan de Britse FTSE 100.
Om het tij te keren moeten Europese leiders een stevige houding aannemen tegenover de Britten. Dat lijkt op korte termijn de enige manier om de euro te beschermen. Uiteindelijk draait alles om het verbeteren van de economische groei in de eurozone. Een te soepele houding ten opzichte van de Britten kan het idee bevestigen, dat Europa zelfs bij de Brexit maar wat aanmoddert. Een te soepele opstelling kan, zoals gezegd, de onlustgevoelens in landen met een hoge werkloosheid en/of veel eurosceptici verder versterken.
Waarschijnlijk leunen beleggers nu in meerderheid achterover en wachten ze af wat de politici gaan doen. Wat dat betreft zijn de voortekenen ongunstig. Europa heeft de verschillende crises in de afgelopen jaren overleefd door de problemen eindeloos lang voor zich uit te schuiven. Een veilige toekomst voor een stevige euro is allesbehalve gegarandeerd.