In de afgelopen 12 maanden is de waarde van de Chinese aandelenbeurzen met maar liefst $ 6,5 biljoen toegenomen. Dit is een groei van ongekende omvang, waarbij die van de Internet bubbel in de VS aan het begin van de eeuw verbleekt. Het ziet er niet naar uit, dat aan de aardestijging spoedig een einde gaat komen. Speculanten hebben een bedrag van $ 348 geleend om in te spelen op verdere koersstijgingen en particuliere beleggers kopen in ongekend tempo nieuwe aandelen. De koers-winstverhoudingen zijn sterk opgelopen. Dat zal niemand verbazen. Daar staat echter tegenover, dat de Chinese economie steeds meer begint te sputteren.
Er is een grote onbalans aan het groeien en dat moet volgens sommigen wel eindigen in een bubbel en een grote klap. Dat heeft weer alles te maken met de transitie van de Chinese economie gebouwd op investeringen naar een economie die steunt op consumentenbestedingen. Een dergelijke overgang gaat niet vanzelf, al was het maar dat die instrijkt tegen veel gevestigde belangen. Veel lokale overheidsdienaren hebben de afgelopen jaren geprofiteerd van de investeringen in infrastructuur en van het goedkope geld dat daarvoor beschikbaar was. Voor veel staatsbedrijven was het niet veel anders. Veel functionarissen in de publieke sector hebben veel te verliezen door deze transitie. Ook de Communistische Partij is onzeker daarover. Een verdere liberalisatie van de economie kan wel eens ten koste gaan van haar positie.
Om de transitie wat soepeler te laten verlopen, zou het prettig zijn als de economie bloeide en groeide. Maar dat is nu net niet het geval. Voorstanders van de transitie hebben daarom een list verzonnen. De afgelopen maanden heeft de People’s Bank of China al een paar maal de rente verlaagd. Die renteverlaging gaat gepaard met een overheidscampagne in de pers. Die spoort beleggers aan om nog actiever op de beurs te worden. Waarderingen zijn immers helemaal niet te hoog! De campagne heeft succes, want veel kleine beleggers hebben geld geleend om aandelen te kopen. Het gaat dit jaar alleen al om een bedrag van $ 400 miljard.
Oplopende koersen kunnen niet alleen de economie een impuls geven, maar dienen ook nog een ander doel! Veel staatsbedrijven hebben in de mooie investeringsjaren veel schulden gemaakt en ze zijn ook nog eens verlieslatend. Veel staatsbanken hebben in de goede jaren heel veel kredieten verstrekt aan staatsondernemingen. Staatsbanken hebben dus een probleem. Toch wil de overheid dat ze doorgaan met het verlenen van kredieten aan staatsbedrijven, ook al zullen die waarschijnlijk nooit afgelost worden. Staatsbedrijven mogen niet omvallen, evenmin als staatsbanken.
De beste manier om aan dit alsmaar groter wordend probleem te ontsnappen is door de staatsbedrijven te herkapitaliseren. Dan is het fijn en mooi als waarderingen heel hoog zijn. Dan kan er goedkoop gefinancierd worden. Chinese bedrijven hebben tot dusverre voor een bedrag van $ 56 miljard nieuwe aandelen uitgegeven. In dat kader moet ook de beslissing gezien worden om buitenlandse beleggers meer en beter toegang te geven tot de zogeheten A-shares. En die buitenlandse beleggers staan bijna letterlijk te trappelen om A-shares te kopen. Ze willen maar wat graag de rol overnemen van Chinese beleggers, die veiligheidshalve hun beleggingen elders zoeken.
Westerse beleggers blazen dus bewust of onbewust de Chinese bubbel steeds verder op. Tot voor kort had het Westen er weinig last van als in China een bubbel leeg liep. Die was immers gefinancierd met binnenlandse besparingen. Dat is nu in snel tempo aan het veranderen. Dat betekent ook dat het lot van de Chinese en Westerse belegger steeds meer gaat samenvallen. Onder de huidige omstandigheden is dat geen prettig idee!