Op 30 juni jl. is het tweede kwartaal van 2015 afgesloten. Dat is het sein voor veel bedrijven in de Verenigde Staten om analisten en beleggers zo snel mogelijk de kwartaalresultaten te presenteren. Traditiegetrouw bijt het aluminiumconcern Alcoa het spits af, ook al heeft het bedrijf enkele jaren geleden zijn positie in de Dow Jones verspeeld. De verwachtingen zijn overigens niet erg hooggespannen. Door de dure dollar hebben de exporterende bedrijven in de VS het moeilijk en dat moet wel terugkomen in de omzet- en winstontwikkeling. De gezamenlijke bedrijven in de S&P 500 staan nu op een verwachte winstdaling van 6,5% ten opzichte van 2014. Nou is het wel zo, dat veel bedrijven doelbewust de cijfers omlaag praten om zo voor een zogenaamde positieve verrassing te kunnen zorgen. Een dergelijke daling laat zich echter niet gemakkelijk wegpoetsen.
Alcoa heeft het al jaren op rij moeilijk. De resultaten vallen vaker tegen dan mee. Dat heeft enerzijds te maken met de financiële crisis die de wereldeconomie teistert. Daardoor is jarenlang de vraag naar aluminium door de luchtvaartindustrie en de automobielindustrie laag geweest. Daar komt de laatste twee jaren duidelijk verbetering in. Er worden weer meer auto’s en vliegtuigen verkocht. Alcoa heeft op deze crisis gereageerd door in de kosten te snijden. Sinds 2007 heeft het bedrijf maar liefst 30% van zijn smelterijen afgebouwd door dure ovens in bijvoorbeeld Texas en Australië te sluiten. Tegelijkertijd probeert Alcoa meer producten met een hogere toegevoegde waarde in de markt te zetten. Daar worden betere prijzen voor betaald. In dat licht moet de overname bezien worden van RTI International Metals, een toeleverancier aan de luchtvaartindustrie. In dit marktsegment noteerde Alcoa een stijging van de winst in het tweede kwartaal. Dat kan erop wijzen, dat de gekozen strategie de juiste is.
De tweede oorzaak voor de moeilijke marktomstandigheden heet China. Dit land is jarenlang een grote importeur van aluminium geweest. China was immers de smidse van de wereld. Dat is echter niet langer zo. Het gaat stukken minder met de Chinese economie. Tegelijkertijd is de overheid druk doende om die economie om te bouwen. De nadruk moet komen te liggen op de consument en op diensten in plaats van op productie en investeringen. China was niet alleen een groot importeur, maar ook een groot producent van aluminium. Door de zwakke economie produceert het land veel te veel van dat metaal en dat surplus probeert het land met veel succes op de wereldmarkt af te zetten. Het gevolg is wel, dat er op de wereldmarkt een groeiend overschot aan dat metaal bestaat. Van kwartaal 1 op kwartaal 2 verdubbelde het overschot naar 762 miljoen ton. Dat is uiteraard niet goed voor de prijzen.
Over het eerste kwartaal noteerde Alcoa een lichte stijging van de omzet naar $ 5,9 miljard, maar de nettowinst bleef steken op een bedrag van $ 140 miljoen. De winst per aandeel daalde licht van $ 0,12 in 2014 naar $ 0,10 in 2015. De Amerikanen handhaafden hun guidance voor heel 2015. Dat betekent, dat de vraag naar aluminium in dit jaar met 6,5% zal groeien. De helft van de groei komt echter uit China. De vraag uit de hoek van de luchtvaart zal iets afnemen. Ook komen er minder orders van de Chinese vrachtwagenindustrie.
De markt reageerde opgelucht op de cijfers. Die waren soms beter dan verwacht. Het aandeel ging na het bekend worden van de cijfers met 4,2% omhoog. Dat was de sterkste stijging in enkele maanden. Over heel 2015 was het aandeel al ruim 34% in koers gedaald. Die koersdaling geeft misschien het beste aan, dat de problemen voor Alcoa nog niet tot het verleden horen. Met een koers-winstverhouding van 10,9 X is het aandeel wel aantrekkelijk geprijsd! Het duurt even voordat een bedrijf als Alcoa zich heeft omgevormd van een bedrijf van basisproducten in een bedrijf dat zich toelegt op het produceren van goederen met een hoge toegevoegde waarde. De eerste stappen zijn gezet, maar er moeten er nog meer volgen.