Het is nog niet eens zo lang geleden, dat de automobiel industrie op zijn grondvesten trilde. Grote namen als General Motors en Chrysler dreigden voorgoed van het toneel te verdwijnen. Overheden wierpen deze belangrijke industrie de nodige reddingsboeien toe. Maar de belangrijkste reddingsboei kwam uit China. Daar accelereerden de verkopen in de afgelopen jaren. Met ongeveer 20 miljoen auto’s per jaar is dat land nu de grootste markt ter wereld en nog steeds sterk groeiend.
Toch lijken de hoogtijdagen voor de automobielverkopen nagenoeg voorbij. In 2014 heeft de Chinese overheid een grondig onderzoek ingesteld naar de prijsvorming door de buitenlandse fabrikanten. Die noteerden wel een heel aantrekkelijke marge op iedere verkochte auto’s. De eerste uitkomsten en de eerste slachtoffers van het onderzoek zijn al te noteren. BMW heeft in januari van dit jaar toegezegd zijn dealernetwerk een compensatie te bieden van in totaal $ 820 miljoen. De dealers bleken niet langer in staat aan de hoge verkoopeisen van BMW te kunnen voldoen en misten daardoor heel veel inkomsten.
Dat dealers niet langer aan de verkoopeisen kunnen voldoen is direct terug te voeren op het vertragen van de economische groei tot onder 7%. Het ligt voor de hand, dat concurrenten van BMW dezelfde boodschap krijgen van de Chinese overheid. Er is een nieuwe werkelijkheid aangebroken, waardoor bedrijven hun eisen en verlangens neerwaarts moeten bijstellen. Dat betekent in de praktijk, dat er minder meer auto’s verkocht worden en dat winstmarges smaller worden. Minder meer wijst er wel op, dat de autoverkopen in China blijven groeien. In het eerste kwartaal van 2015 bedroeg die groei nog altijd een indrukwekkende 9%. Kom daar maar eens om in de Verenigde Staten of Europa.
Binnen de totale verkopen zijn grote verkoopverschillen te zien tussen de diverse types. Zo is de verkoop van de Sedans over de eerste drie maanden van dit jaar met 0,4% gedaald. De verkoop van bussen en vrachtwagens kwam in maart 2015 op 4% tegen 14% in dezelfde maand in 2013. Bij BMW verwachten ze, dat een verkoopstijging van gemiddeld 9% voor de komende jaren waarschijnlijk nog te hoog gestegen zal blijken. Hun ietwat sombere kijk op zaken is afgedwongen in de praktijk. Zo verkocht BMW in februari van dit jaar slechts 14 Roll-Royces. Tot voor kort was zo’n klein aantal ondenkbaar geweest.
Meer dan in de voorbije jaren zal de industrie zich moeten afvragen welk type auto bij het China van 2015 hoort. Vooralsnog blijven vooral de Duitsers inzetten op de auto voor de bovenkant van de markt. Daarbij denken ze dan in eerste instantie aan de SUV. Bij Mercedes blijft daarom het optimisme overheersen. Zij hebben enkele sterke troeven in hun portfolio, zo denken ze zelf. Daarom blijven ze erbij, dat er in 2015 zeker 300 000 van hun auto’s in China aan de man gebracht kunnen worden tegen 270 000 in 2014.
Andere bedrijven zijn naarstig op zoek naar nieuwe markten. Ze denken daarbij aan nieuwe vormen van dienstverlening, aan het aanbieden van verzekeringen en het aanbieden van nieuwe onderdelen. Daarbij moet het internet en dan in het bijzonder Alibaba een cruciale rol gaan spelen. In China is er nog geen vergelijkbare automobielinfrastructuur van dealers en garages zoals die in het Westen normaal is. Er is dus nog een wereld te winnen als het Internet die rol deels kan gaan vervullen.
Voor beleggers is het zaak in de gaten te houden welke spelers in staat zijn om het best in te spelen op de nieuwe omstandigheden. De vanzelfsprekendheid, dat elke auto, die in China op de markt kwam ook daadwerkelijk verkocht werd, is voorbij!